Maak van ontmoeten geen moetje

Een lange tafel waar alle buurtgenoten aanschuiven voor een gezamenlijke maaltijd, mensen die vanuit hun tuin een praatje maken met hun buren, een gemeenschappelijke ruimte in een woonblok waar bewoners met elkaar een spelletje spelen. Deze ideaalplaatjes zag Dylhan Groenendijk, Placemaker bij AM, vaak afgebeeld in artist impressions van een nieuwe wijk. Beelden die een ultiem sociaal-wenselijk einddoel lieten zien: buurten vol sociale contacten, veel ontmoetingen en gelukkige bewoners. Hij vroeg zich af of dit werkelijk de sociale verbinding is waar mensen gelukkig van worden en deed onderzoek naar de ruimtelijke voorwaarden voor sociale cohesie.

“Ga maar na bij jezelf; de ene keer heb je misschien wel zin om een praatje met je buurman te maken en de andere keer juist niet. Dan loop je misschien via de achterdeur je woning in, zodat je niemand hoeft tegen te komen. Het is prettig als je de keuze hebt. Ons onderzoek naar sociale cohesie bevestigt dit,” legt Dylhan uit.  Hij vervolgt met een tweede voorbeeld: “Wanneer een gemeenschappelijke ruimte in een appartementencomplex alleen een verblijfsruimte is, dan verplicht je mensen die daar binnenlopen om de interactie aan te gaan. Hierdoor zullen sommigen die ruimte juist ontwijken. Maar positioneer je een verblijfsplek aan een verkeersruimte, zoals een gang, dan geef je ze terwijl ze daar lopen de keuze: ze kunnen aanschuiven als het ze gezellig lijkt of doorlopen als ze geen behoefte hebben aan contact.”

Ontdekken wat werkt

Wat zijn dan de ruimtelijke voorwaarden voor sociale cohesie in een woonomgeving? Die vraag prikkelde Dylhan, die een achtergrond als socioloog heeft. “Ik stofte mijn sociologieliteratuur eens af op zoek naar het antwoord op deze vraag. Veel inzichten, maar een praktisch antwoord vond ik niet.” Samen met onderzoeksbureau Veldacademie en Professor Machiel van Dorst startte hij een onderzoek naar de ruimtelijke (ontwerp)voorwaarden voor sociale cohesie. De bevindingen van dit onderzoek en de praktijkervaringen van AM combineerde hij in de publicatie DNA Social Impact. Een compact document met een integrale aanpak voor social impact. Dylhan: “Voor AM betekent creëren van social impact, het ontwikkelen van een leefomgeving die bijdraagt aan het behouden of verbeteren van het welzijn, voor huidige en toekomstige generaties." Het document bestaat uit twee delen. Een integrale aanpak met daarin aanbevelingen en inzichten waarbij we de ‘harde’ en de ‘zachte’ kant van social impact onderscheiden. De harde kant gaat over wat er nodig is qua ontwerp en programma. De zachte kant over placemaking en participatie. In het tweede deel van het document geven we 10 gouden regels voor sociale impact. 

Beter onderbouwde participatie

Dylhan legt uit hoe AM deze inzichten gebruikt: “Bij AM zijn we al lang bezig met participatie en placemaking. We betrekken toekomstige en huidige bewoners en gebruikers van buurten bij de gebiedsontwikkeling. Zo geven we samen vorm aan nieuwe ontwikkelingen. Met onderzoeksresultaten, die ook inzichten bieden in onbewust gebruik van de woon- en leefomgeving,  kunnen we onze vraagstelling verbeteren en beter onderbouwen.” Hij legt uit dat dit nodig is, omdat bewoners soms sociaal wenselijke antwoorden en moeite hebben om zich voor te stellen hoe iets uitpakt in de praktijk.

Keuzevrijheid bij interactie

Volgens Dylhan draait sociale cohesie om de interactie tussen mensen, maar ook om de keuzevrijheid om géén interactie te hebben. Dylhan: “Onze opdrachtgevers willen vaak dat er sociale cohesie ontstaat tussen de verschillende doelgroepen. Maar in een flat met studentenwoningen en een aantal dure penthouses op de bovenste verdieping hebben de penthousebewoners misschien geen behoefte aan nauw contact met de studenten en andersom. Als er respect is voor elkaar en mensen elkaar vriendelijk groeten is dat de mate van sociale cohesie die voor iedereen het beste werkt en voldoende is.” 

Sociale cohesie draait om de interactie tussen mensen, maar ook om de keuzevrijheid om géén interactie te hebben

Toonaangevend in sociale cohesie

Een voorbeeld van een AM-buurt die volgens Dylhan goed aansloot bij de ruimtelijke voorwaarden zoals deze uit het onderzoek kwamen is Hoef en Haag bij Vianen. “De buurt is ingedeeld in kleinere eenheden zoals hofjes, wat het gemeenschapsgevoel onder bewoners ten goede komt. Ze herkennen hierdoor beter wie een medebewoner is en wie niet. Verder zijn er zachte overgangen tussen de ruimtes die privé zijn en de openbare ruimtes. In veel wijken in Nederland zitten voordeuren recht aan de stoep, maar wanneer je er wat ruimte tussen ontwerpt dan zie je dat mensen dat gezellig inrichten en dat er de plek is om met elkaar te praten als je dat wil, zonder dat je mensen in de weg staat.” 

Duidelijkheid is vriendelijkheid

De 10 gouden regels in het DNA Social Impact document bepleiten het belang van participatie, placemaking, communitybuilding, ontmoeting en het ontwerp van kleinere eenheden, zoals in Hoef en Haag, om tot een goede sociale cohesie te komen. Regel 9 bijvoorbeeld: duidelijkheid is vriendelijkheid. Dylhan: “Bij het creëren van een binnentuin bij een woonblok, geef dan duidelijk aan voor wie die binnentuin bedoeld is. Een bord of hek geeft helderheid over de bestemming. Wanneer je dit niet doet, dan kan het zijn dat de hele buurt komt genieten van de buitenruimte. Bewoners herkennen niet meer wie er in de tuin verblijven en voelen zich niet prettig in hun eigen omgeving met zoveel onbekenden in ‘hun’ achtertuin. Een bord of hek voorkomt conflicten en gevoelens van onveiligheid.” 

Inspiratie voor het maken van sociale impact

Keuzevrijheid en duidelijkheid, dat zijn voor Dylhan de meest essentiële punten bij het creëren van sociale cohesie. Hij hoopt dat de onderzoeksresultaten en de praktische gouden regels zijn collega’s inspireren. “Als placemaker heb ik een adviserende functie in projecten. Sociale cohesie opbouwen is ingewikkeld, maar hiermee probeer ik het wat makkelijker te maken.”