Eind 2018 wonnen zij de prijsvraag ‘AM I Included’, die AM samen met Architectuur Lokaal heeft georganiseerd. De Colombiaanse Camila Pinzón Cortes en Nederlander Pepijn Verpaalen vormen sinds een aantal jaar samen Urbanos, een bureau dat inzet op duurzame stedelijke ontwikkeling. Dit bureau gaat samen met AM werken aan het handen en voeten geven aan de ‘inclusieve stad’. Binnenkort gaat Urbanos aan de slag op de eerste locatie waarbij het bureau met de medewerkers van AM aan de slag gaat in de praktijk van binnenstedelijke gebiedsontwikkeling. Ook aan Camila en Pepijn de vraag: waardoor worden zij geïnspireerd? En hopen zij met hun bijzondere werkwijze ook anderen te inspireren?
Door wie worden jullie zelf geïnspireerd?
Pepijn: ‘Door activisten over de hele wereld en de begeestering waarmee zij in steden opkomen voor allerlei thema’s. Van vervoer per fiets via meer ruimte voor groen naar meer aandacht voor ouderen. Daarbij spreekt de houding van “minder praten en meer doen” ons aan. Durf dingen uit te proberen, ga er mee aan de slag. Tegelijkertijd laten we ons ook graag inspireren door mensen uit heel andere disciplines, die we bijvoorbeeld spraken bij een project over het fossielvrij maken van de haven in Amsterdam. Dat zijn naast dromers ook doeners, die heb je nodig.’
Camila: ‘Onlangs was ik uitgenodigd om deel te nemen aan een fietsforum in Colombia, als “Nederlandse expert op fietsgebied”. Voor ons is fietsen eigenlijk heel gewoon, maar daar betekent de fiets ongelooflijk veel voor mensen in de stad. Het staat voor de menselijke schaal. Ze fietsen daar met duizend mensen door de stad, als statement. Bijzonder om daarover te spreken met activisten uit Latijns-Amerika, maar ook uit Moskou en Kazachstan. Om gezamenlijk het fietsen te promoten. Dat soort activisme kennen we niet echt meer in Nederland.’
Pepijn: ‘We zijn hier een Facebook-like natie geworden. Daar mag wel weer wat peper in gestopt worden.’
Camila: ‘Dat was ook het leuke van het project dat we gedaan hebben voor een wijkonderneming in Vlaardingen: we ontmoetten daar allerlei mensen die zich wél in hun vrije tijd volop inzetten voor hun eigen omgeving. Dat geeft energie.’
En andersom, aan wie geven jullie zelf inspiratie?
Pepijn: ‘Dat is een lastige vraag. We hopen mensen nieuw perspectief te geven, door zelf enthousiast te zijn, in gesprek te gaan en hen niet voor voldongen feiten te plaatsen. We bieden een luisterend oor en handelen daar vervolgens ook naar.’
Camila: ‘Vaak worden er processen vormgegeven waarbij zo ongeveer tegen buurtbewoners wordt gezegd: “Je moet participeren”. Dat leidt ertoe dat veel mensen die op een informatieavond verschijnen een passieve houding hebben. Ze zijn het gewend om te klagen. Begrijpelijk, want zo ging dat in het verleden. Wij proberen dat te doorbreken, juist door er vrolijkheid en enthousiasme in te brengen. We staan ook niet voor een zaal als “de planners”, maar vragen de aanwezigen oprecht naar hun mening. En we laten zien dat het samen werken aan de buurt, ook van hen een andere inzet vraagt. Ook zij moeten in beweging komen.’
Pepijn: ‘Daarom was ook het leidmotief voor onze inzending bij de AM-prijsvraag: get to know the unknown! Wie zijn er in een wijk aanwezig, wat is hun instelling? Zijn ze bereid de handen uit de mouwen te steken? Daar moeten we naar op zoek gaan. Naar de mensen toe!’
Jullie zijn beide opgeleid als stedenbouwkundige in Delft. Welke invloed heeft die opleiding gehad?
Pepijn: “Delft was een fantastische opleiding voor de ruimtelijke kant van stedenbouw. Ik woonde na mijn studie in de wijk Bospolder Tussendijken in Rotterdam, waar op dat moment veel sloop/nieuwbouw plaatsvond. Daar ontdekte ik dat sociale problemen achter al die mooie nieuwe gevels gewoon voort bleven bestaan. Ik heb daarop aan de Erasmus Universiteit nog een vervolgopleiding gedaan: Management of the European Metropolitan Region om de stad beter te leren begrijpen.
Camila: Na mijn promotieonderzoek in Delft heb ik een studiereis naar Medellín georganiseerd. Daarbij kwam ik in aanraking met het social urbanism in de Colombiaanse stad Medellín. Met een verleden als drugsstad, maar inmiddels de meest innovatieve stad van de wereld door een combinatie van bottom up initiatieven en top down investeringen, in bijvoorbeeld infrastructuur en innovatiecentra.’ ‘Die nieuwe infrastructuur levert juist in de probleemwijken die wat verder van het centrum liggen, veel nieuwe kwaliteit op. Bijzonder is dat in deze aanpak fysieke -, sociale -en economische ingrepen gelijktijdig plaatsvinden. Het perifere park Jardin Circunvalaraan de rand van de stad Medellín vind ik een goed voorbeeld. Door het drugsgeweld in deze stad zijn veel vrouwen alleen komen te staan; zij zijn door de gemeente opgeleid om in de openbare ruimte mee te bouwen. Bij dit park, maar daarna ook elders in de stad. Knap hoe de overheid zo verschillende doelen weet te integreren.’

Welke andere steden maken op jullie indruk?
Pepijn: ‘We zijn in Nantes geweest, waar onder leiding van een enthousiaste burgemeester Jean-Marc Ayrault – alweer iemand met een visie en durf – kunst en cultuur worden ingezet om de stad mee te positioneren. Dan blijkt Nantes een verrassende en mooi overzichtelijke plek, echt een stop waardig. Het theatergezelschap dat in Leeuwarden bij de viering van Culturele Hoofdstad furore maakte met de reuzen, is daar 30 jaar geleden door het gemeentebestuur uitgenodigd om zich te vestigen in een oud bedrijvengebied. Sindsdien activeren zij het gebied en heeft de voormalige havenstad cultuur als haar identiteit omarmd. Zo krijgt een heel gebied een nieuwe impuls. Het is voor ons een reden om in onze projecten veel met kunst en cultuur te doen.’

En zijn er openbare ruimtes die inspireren?
Camila: ‘Venice Beach in Los Angeles blijft boeien. Zoveel verschillende groepen die de openbare ruimte gebruiken en met elkaar in aanraking komen. De diversiteit maakt de plek enorm levendig. Niet voor niets worden er tal van films en series opgenomen. Het zit hem in een combinatie van factoren: inwoners van LA gaan graag naar het strand, het is toegankelijk en er is veel vrije ruimte die zich leent voor gelijktijdig gebruik. In Nederland zie je dat fenomeen op Koningsdag, waar iedereen elkaar tegenkomt en je ook met vreemden praat. Hier zijn we gewend de openbare ruimte strikt voor de ene functie of de andere te gebruiken.’
Meer informatie over Urbanos, de werkwijze en de projecten