Hilde Blank is stedenbouwkundige en eigenaar van BVR adviseurs ruimtelijke ontwikkeling. Zij vervult diverse functies. Zo is zij directeur AM Concepts en bouwmeester van AM, stadsstedebouwkundige van de gemeente Leiden, voorzitter van de EFL-stichting (Van Eesteren - Fluck & Van Lohuizen), zit zij in het begeleidingscollege van het Planbureau voor de Leefomgeving en in de Raad van Toezicht van Mobile Arts. Zij is dagelijks bezig andere mensen en partijen te inspireren, om samen tot waardevolle projecten en gebiedsontwikkelingen te komen. Maar door wie is zij zelf geïnspireerd? Dat kunnen vakgenoten zijn, maar bijvoorbeeld ook bijzondere steden en openbare ruimtes. Conclusie: al tijdens haar studie speelde het begrip inspiratie een belangrijke rol – en dat is zo gebleven.
Voel je je bij AM inderdaad de grote inspirator?
‘Dat gaat wellicht wat ver, maar ik word wel geacht vernieuwing te brengen. Een nieuwe manier van kijken en de zaken aanvliegen, waardoor mensen iets krijgen van: hé, als het zo kan dan doen we mee! Ze anders naar opgaven laten kijken, waardoor ruimte ontstaat voor nieuwe creatieve oplossingen. Ik wil graag zaken in beweging krijgen, dat is mijn drive. Met een goed plan, een goed verhaal, aanstekelijke vondsten waardoor partijen elkaar vinden. De verbinding van inhoud en proces staat daarbij centraal, maar dat vergt veel vertrouwen. Ik leef me in en laat mijn hart spreken, waardoor anderen ook zien dat ik echt van die opgave ben waar ik met ze aan werk. Daardoor bewegen ze mee.’
“Ik wil graag zaken in beweging krijgen, dat is mijn drive.”
Wanneer kwam je erachter dat je op deze manier wilde verbinden?
‘Al heel jong wist ik dat de richting van stedenbouw op wilde. Ik ging studeren in Delft en daar kon je twee kanten op. De praktische kant, het verkavelen. Of de meer filosofische kant, het sociale, het culturele. Die laatste – met mensen als Arie Graafland en Rem Koolhaas – vond ik veel intrigerender dan de puur pragmatische. In de kunst heb ik dat overigens ook: ik ben meer van El Lizzitzky en Kandinsky dan van Rembrandt- hoe knap ook gemaakt.
“En dat gaat dus om meer dan alleen het fysieke en de stenen. Naar die identiteit ben ik voortdurend op zoek.”
Rein Geurtsen gaf in die tijd colleges over de morfologie van de stad, heel inspirerend. En als studenten haakten we daarop aan door zelf projecten op te zetten. Ik deed dat met medestudenten als Winy Maas en Floris Alkemade; we inspireerden elkaar. Daar kwam bij dat we uiteraard veel naar steden op excursie gingen. De Duitse Siedlungen spraken mij aan, juist ook door de sociale dimensie die daarachter schuilging. Maar ook de steden die niet direct te lezen zijn; gelaagd, met een mix van oud en nieuw en waar het lokale en authentieke hand in hand gaat met vernieuwing. In havengebieden zie je dat geweldig terug, zoals in Hamburg, Kopenhagen en Bordeaux. De omgang met de culturele identiteit speelt daar een rol in het perspectief op de toekomst. Dat boeit mij. En dat gaat dus om meer dan alleen het fysieke en de stenen. Naar die identiteit ben ik voortdurend op zoek.’
Hoe heb je dit in het vervolg van je carrière verder uitgebouwd?
‘Ik heb heel bewust werkomgevingen uitgezocht die goed bij me pasten. Daarom ben ik ook eind jaren negentig als senior projectleider bij BVR gaan werken, het bureau van Riek Bakker. Inmiddels heb ik alweer 15 jaar geleden het bureau overgenomen. Haar visie op de stad en werkwijze spraken me aan, ik herkende daarin veel van mezelf. Maar het geldt ook voor mijn huidige rol bij AM; om in de wereld van het echte “maken” mensen in beweging te krijgen. Nieuwe inzichten tot uitvoering brengen, niet alleen door in de beginfase mee te denken over projecten maar ook door bepaalde thema’s te agenderen. Waarbij het steeds de vraag is: wat kan joúw toegevoegde waarde zijn, hoe ben je onderscheidend? Dat verbinden we ook met de tools die we gebruiken, zoals een DNA-boekje dat we per project maken en waarin de essenties van het plan zijn opgeschreven. Een inspiratiedocument voor intern maar ook bijvoorbeeld om te delen met onze partners als gemeenten. Natuurlijk is er altijd voortschrijdend inzicht, maar in langlopende trajecten is het ook goed om het wezen van het plan scherp voor ogen en overeind te houden.’
“Waarbij het steeds de vraag is: wat kan joúw toegevoegde waarde zijn, hoe ben je onderscheidend?”
Je hebt veel plekken op de wereld gezien, is er een favoriete stad bij?
‘Ik heb een paar jaar in Silicon Valley gewoond en liep onder meer stage bij Stanford University en het ontwerpbureau SOM in San Francisco. Interessant om te zien hoe Amerikanen met gebiedsontwikkeling omgaan. Ik kon daar, terug in Nederland, weer op voortborduren. Die stad blijft me bij. Een stad ook met meerdere gezichten en interessante havenfrontontwikkelingen.’
Heb je op dit moment ook een favoriete plek?
‘Ik woon in Rotterdam, vlakbij de Kralingse Plas. Fascinerend om de skyline van de stad daar te zien, met de beweeglijkheid van het water. De rust van het park, met de metropool vlakbij. Die contrasten, daar houd ik van. Met daarbij het besef dat zo’n plek door de tijd heen ook kan veranderen. Ik ervoer dat toen ik op de Kop van Zuid voor het eerst het woongebouw van Carel Weeber zag, de Peperklip. Helemaal alleen in de leegte. Ik dacht: dat hier mensen willen wonen! Maar tien jaar later woonde ik er zelf naast op de Kop van Zuid en was het helemaal opgenomen door de stad. Context en oriëntatie kunnen dus enorm snel wijzigen.’
Is er iemand bij AM door wie jijzelf weer wordt geïnspireerd?
‘Ik heb altijd werksituaties gekend met sterke mensen om mij heen en dat is nu weer zo. Als ik een iemand moet noemen is dat Ronald Huikeshoven; een inspirerende leider. Heel prettig om met hem te mogen samenwerken en het gevoel te hebben: samen gaan we het veranderen! Als je binnen een bedrijf die ruimte krijgt, kun je zelf ook weer groeien.’