Ilse Kwaaitaal heeft – hoe jong ze nog is – al een bijzondere carrière achter de rug. Op 1 januari 2022 werd ze benoemd als directeur van Impact Hub Amsterdam, samen met mededirecteur Manon Klein. De vestiging in Amsterdam maakt deel uit van het grootste wereldwijde netwerk van impact ondernemerschap. Dit netwerk helpt impact startups & scaleups met groeien en bedrijven te verduurzamen door middel van innovatie. Ook met gebiedsontwikkelaar AM is inmiddels een samenwerking van start gegaan. Een gesprek met een bevlogen wereldverbeteraar.
Hoe ben je in deze wereld van duurzaam ondernemen terechtgekomen?
‘Van jongs af aan wilde ik hier al iets mee doen. Het is wel een hele zoektocht geweest. Ik begon met een studie bedrijfskunde in Amsterdam maar voelde al snel: dit past niet bij mij. Ik miste iets. Uiteraard wist ik op dat moment nog niets van duurzaam ondernemerschap, maar ik had al wel een vermoeden dat ik daar iets mee wilde. Ik vervolgde met een studie sociale psychologie waarin ik keek naar hoe we menselijk gedrag kunnen veranderen voor een betere wereld. Via een minor aan de Universiteit van Uppsala kwam ik aanraking met duurzame ontwikkeling en daar ben ik tijdens mijn master International Development aan de Universiteit van Amsterdam mee verder gegaan. In mijn eerste baan als energieconsultant ontdekte al snel dat duurzaamheid heel snel wordt verengd tot “meten” en het voldoen aan allerlei regels. Ook wordt het al heel snel geassocieerd met louter energie en CO2.’
Die kant ben je dus niet verder opgegaan.
‘Klopt. Ik had in mijn studie psychologie de inspiratie opgepakt dat het veel interessanter is om mensen op een positieve manier mee te krijgen. Om daarmee impact te maken, via de kant van het ondernemerschap. Laat ondernemers zien hoe gaaf de toekomst kan zijn, zodat ze daar zelf naar toe willen bewegen en verbind daar nieuwe businessmodellen mee. Mijn insteek daarbij is niet om weer terug te gaan naar vroeger, maar om oplossingen te vinden die passen bij de huidige situatie. De wereld van nu met daaraan gekoppeld de voordelen van een duurzame aanpak. Innoveren maakt daar vanzelfsprekend een heel belangrijk onderdeel van uit.’
Hoe sluit de aanpak vanuit de mondiale Impact Hub daarop aan?
‘Het is een initiatief met een bijzondere geschiedenis. In Engeland kwam op een gegeven moment een groep mensen bij elkaar die geïnspireerd geraakt waren door de aanpak van de afvalproblematiek in Afrika. In plaats van dat de overheid het afval zou moeten opruimen, namen daar ondernemers hun verantwoordelijkheid en zagen kansen om er nieuwe producten van te maken. Waarom zouden we een dergelijke manier van werken niet ook hier kunnen toepassen? Een van de oprichters van de Impact Hub Amsterdam was daarbij en besloot een vestiging voor Nederland op te zetten. Zo gezegd zo gedaan en inmiddels zijn er nu wereldwijd 107 hubs actief. We werken allemaal voor lokale ondernemers en naar mijn idee is dit echt een richtinggevend voorbeeld van waar we naar toe moeten met de circulaire economie.’
Wat onderscheidt de werkwijze van Impact Hub?
‘We willen de groei van duurzaam ondernemerschap versnellen en doen dat zowel bij startups en scale-ups als bij bestaande bedrijven. Bij die laatste categorie gaat het erom hun impact in termen van duurzaamheid te vergroten; AM past bijvoorbeeld in die categorie. Onze rol is daarbij die van bruggenbouwer en verbinder. We helpen bedrijven om eerder bij de stip op de horizon te komen die ze vaak zelf al gezet hebben, door de samenwerking die we met ze aangaan. Ik hoor vaak van grote bedrijven de verzuchting dat ze “voor grote uitdagingen staan” bij het concreet vormgeven van hun duurzaamheidsbeleid, terwijl wij tegelijkertijd met innovators aan tafel zitten die de concrete oplossingen hebben liggen. Hoe brengen we die twee werelden bij elkaar? Laten we daar een proces voor inrichten en eigen programma’s voor ontwikkelen. De kennis die we daarbij verzamelen, brengen we ook weer actief naar andere Impact Hubs in de wereld. We letten er dan wel scherp op dat we de kennis goed afstemmen op de lokale principes; het heeft geen zin om blauwdrukken zomaar over te planten van de ene situatie op de andere. Dat is steeds een bijzondere uitdaging voor ons. Hoe kunnen we startups en scale-ups in allerlei verschillende landen verder brengen, gebruikmakend van lokale grondstoffen en materialen. De ambitie is om zo hoog mogelijk op de R-ladder terecht te komen (de ladder met strategieën van circulariteit die loopt van recycling naar refuse en rethink, red.). Onze inzet is om hoogwaardige producten terug te winnen en een spijkerbroek niet simpelweg te laten vermalen.’
Hoe wil je deze inzichten overbrengen naar de wereld van gebiedsontwikkeling waarbinnen AM actief is?
‘Het interessante is dat de professionals van AM in tal van sectoren participeren. Uiteraard in de bouw- en vastgoedsector, maar bijvoorbeeld ook in de wereld van de voedselproductie. AM vervult als gebiedsontwikkelaar een uitstekende rol in het verbinden van die opgaven. Ze brengt partijen en sleutelpersonen bij elkaar en zorgt er op die manier voor dat nieuwe inzichten ontstaan. Daarbij heeft AM per definitie een lange termijn focus, omdat projecten in de gebiedsontwikkeling vaak lang duren; zij moet zich nu al afvragen waar over tien jaar behoefte aan bestaat en hoe ze daar op dit moment al op kan inspelen. Het werken met pilots en testcases werkt heel goed om hieraan invulling te geven. Praten over duurzaamheid en circulariteit is namelijk één, het daadwerkelijk integreren in de eigen bedrijfsaanpak is twee. Door te gaan ondernemen, ontstaat vanzelf het bewijsmateriaal dat het werkt. Wij geloven daarin en AM ook. En het maakt het werk dat we doen ook heel leuk. In het streven naar duurzaamheid is er geen eindpunt, zo van: nu zijn we klaar. Je wilt het constant weer beter doen: die drive hebben innovators ook. Het begint bij een nieuwsgierige blik en die hebben de professionals van AM zeker ook.’
Kun je al iets zeggen over waar de samenwerking met AM toe gaat leiden?
‘We bevinden ons nog in de verkennende fase maar een onderwerp is zeker klimaatadaptief ontwikkelen en bouwen. Wij kunnen vanuit ons wereldwijde netwerk oplossingen aandragen die in dat verband al zijn ontwikkeld en die mogelijk voor de Nederlandse situatie betekenis kunnen hebben. Vervolgens kunnen we daar pilots mee opbouwen die bijvoorbeeld gericht zijn op de knowhow die AM in tender-verband voor het voetlicht wil brengen. Daarbij gebruikmakend van de kennis die al bij start- en scale-ups beschikbaar is. Door hen aan AM aan te koppelen, wordt hun voortbestaan beter gegarandeerd.
De kunst bij dit alles is om het hele systeem in beeld te brengen: hoe hangen ondernemerschap, nieuwe technieken en innovaties samen? Zo bekijken we hier bij de Impact Hub Amsterdam bijvoorbeeld wat de grootste blokkades zijn om systemische verandering in de textielsector te stimuleren. Door middel van onderzoek kunnen we dan innovaties identificeren die dit potentieel zouden kunnen oplossen. Bij AM zoeken we vanuit de duurzaamheidsambities van AM naar relevante innovaties, om zo middels strategische samenwerkingen innovatie te versnellen en de gestelde doelen sneller te behalen.’