Ouderenzorg brengt gemeenten in de nabije toekomst ongetwijfeld in de problemen. Als uitvoerders van de WMO moeten gemeenten woningen geschikt maken voor bewoning door ouderen met beperkingen en daarnaast verzorgingsdiensten aanbieden. De kosten daarvan kunnen flink oplopen. Als de bewoner vertrekt of overlijdt, is een groot deel van de aangebrachte voorzieningen niet meer bruikbaar. Geld weg.
Dat kan worden voorkomen als ouderen gestimuleerd worden naar een voor hun situatie geschikte woonvorm te verhuizen, het zogenaamde verzorgd wonen (vroeger: verzorgingshuis). Dan woont men bij elkaar in een woning die bouwkundig is afgestemd op de behoeften van haar bewoners. Door ouderen op deze wijze samen te huisvesten, kan de zorg en dienstverlening veel efficiënter worden ingezet.
Maar de bouw van dit soort woonvormen loopt ver achter bij de vraag. Het aantal plaatsen in een verzorgingshuis is de afgelopen tien jaar nauwelijks gedaald. Invoering in 2013 van scheiding van de bekostiging van wonen en zorg voor de laagste ZZP (Zorgzwaartepakket) categorieën, doet ouderen zich achter de oren krabben of zij wel een forse huur willen betalen voor een verouderde kamer in een zorginstelling of liever voor een vergelijkbaar bedrag kiezen voor een moderne, ruimere woning in een woon-zorgcomplex.
Bij gebrek aan een consumentgericht aanbod blijven ze dan maar in de huidige woning met extra WMO claims als gevolg. Uit een onderzoek (2003) van het toenmalige Bouwcollege bleek dat maar een derde van de honderdduizend verzorgingshuisplaatsen meer dan dertig vierkante meter privéoppervlak heeft. Laat dat inmiddels de helft zijn. Als oudere wil je toch niet meer aangewezen zijn op een veredelde studentenkamer?
Als de verzorgingshuiscapaciteit niet wordt afgebouwd, ligt er tot 2018 een opgave van 88.000 woningen voor verzorgd wonen. Als de capaciteit wel afneemt, is de opgave 114.000 woningen (Monitor investeren voor de toekomst, april 2011, ABF Research). De opgave is dus urgent; waarom gebeurt er dan niets? Financieringsproblemen bij corporaties, terughoudendheid bij zorginstellingen en beleggers om uiteenlopende redenen en onduidelijkheid over de toekomst van de AWBZ leiden tot verlamming. Tijd dus voor publieke en private partijen een impuls te geven aan de bouw van woningen voor verzorgd wonen.
In de visie van AM Health wonen ouderen met een zorgbehoefte zelfstandig en tevens bij elkaar in complexen van vijftig tot zeventig eenheden, waar mogelijk gecombineerd met woonvormen voor ouderen met dementie. Lokale zorgaanbieders regelen via een zorgsteunpunt de voorzieningen voor cure en care. Met elkaar vormen de bewoners een sociale gemeenschap waar men elkaar binnen de eigen mogelijkheden ondersteunt. De bewoners en hun naasten ontlenen aan hun inzet het gevoel nuttig te zijn in de samenleving, er is minder eenzaamheid en de kosten van zorg en dienstverlening zijn lager.
Herman Bezemer
Directeur AM Health