Een stad is meer dan stenen. Een stad bestaat uit mensen met hun dromen en verlangens. Mensen maken de stad.
Wij leven in een tijd van grote transitie, ingezet door een nieuwe economische werkelijkheid, digitalisering en mediatisering, waarin wij ons vakmanschap op een andere manier moeten inzetten en daadwerkelijk integraal en interdisciplinair moeten werken. We moeten ons werkelijk engageren met de opgave en de mensen met wie en voor wie we het doen.
Wij merken als AM Concepts dat we in het oog van de storm zitten en dat we mee moeten met de flow van onzekerheid door onze kennis in te zetten en ons vrijelijk te verbinden met de nieuwe coalities waarin we geraken. We zoeken actief partnerships voor wie en met wie we een plan ontwikkelen. Stakeholders en shareholders!
Het hebben van een eerste idee, een CONCEPT voor een plek, wordt steeds belangrijker om mensen te binden. We sturen op identiteit als een ontwerpopgave, op gebruik als een set van waarden, op het gedeelde verhaal van de plek. Waardoor meerdere partijen binnen dat basisconcept daarna ieder hun eigen deel kunnen bepalen. Zij kunnen binnen een gegeven frame het naar hun eigen voorkeuren uitwerken.
Met een aantal voorbeelden uit mijn praktijk wil ik deze nieuwe werkelijkheid onder de aandacht brengen en de positie van het plan en de ontwerper daarin.
In de nieuwe werkelijkheid beginnen we bij de ‘achterkant’: niet bij onszelf, maar bij de buitenwereld / klant = voor wie is het, welke dynamiek is er, welke geschiedenis ligt er. Eerst een houding vinden, een filosofie voor de plek, pas daarna het fysieke ontwerp.
De basis hiervoor is het gesprek, de dialoog, het luisteren naar elkaar.
1. Inspiratie! ‘t Stad is van iedereen, zegt Antwerpen.
Antwerpen zegt: ’t Stad, we werken eraan. Met zijn allen. En dat is daar zo geïnternaliseerd dat het gaat over de houding waarmee ik aan de stad werk, voor wie ik werk, en hoe ik daaraan vorm geef. ‘Common ground’, het thema van de laatste Biennale, zien we hier in levende lijve.
Het Park Spoor Noord laat dat in optima forma zien: het is een tuin voor de buurt, een park voor de stad én, onverwacht, een belevenis voor de toerist, blijkt. Het genereert zelfs een nieuwe economie, van tangofestivals tot bussen oma’s uit het land. Iedereen herkent zich in deze nieuwe plek en eigent zich hem toe, doet er van alles. Nieuwe programma’s vinden er een plek eromheen. De waarde van de bebouwing eromheen stijgt, nieuwe groepen komen naar deze buurt waar ze vroeger nooit heen gingen. Er wordt erkend dat de geografie van de stad een universeel domein is waar de burger zich aan spiegelt en er zijn eigen verhaal over vertelt.
Het is veelbetekenend dat het boek dat in 1990 verscheen bij de manifestatie Stad aan de Stroom ‘Antwerpen Ontwerpen’ heette, natuurlijk mooie woordspeling, maar het zegt alles: aan de stad is te ontwerpen. Het strategisch ruimtelijk structuurplan uit 2006 (!) heet óók zo! Het bestaat uit een lange en middellange termijnvisie gekoppeld aan een actieplan.
De stad is een ontwerp, een eeuwen doorgaande actie en activiteit voor een beeld van de toekomst. Het ontwerp vertelt een verhaal. Dat boek uit 1990 agendeert een denkwijze. Het was het begin van de transformatie van de rafelige randen van Antwerpen. Het begin van een gesprek. Wat die stad is, wat die stad nodig heeft. De structuurvisie die voor de stad hierop volgt, vertelt een verhaal en plaatst het stadsproject als middel om de stad vooruit te helpen, in sociaal–maatschappelijk perspectief.
Dit is in het kort wat mij al jarenlang fascineert:
Hoe werk ik aan de stad, begrijp ik die plek, en welke ingreep en welke vorm is hier passend. Het ontwerp gaat over betekenis, of het nu een representatief gebouw is of de stad. Bij elke opgave leer ik weer meer. Het gaat steeds over een plek, een gebied, over identiteit. Als ik een plek ZIE begint de verbeelding, wat die plek is, een idee wat het kan zijn, misschien is, hoe er geleefd wordt, kan worden, wat het was, wat het oproept.
Mariet Schoenmakers
AM Concepts